Grasziekten
In een gazon kunnen verschillende grasziekten of plagen voorkomen. Vaak zien we bij grasziekten en ongedierte de conditie van het gazon snel achteruitgaan. Meestal herkennen we deze grasziektes of plagen aan kale, witte of bruine plekken in het gazon. Het tijdig herkennen van grasziektes/plagen en het regelmatig uitvoeren van onderhoud aan het gazon draagt bij aan een sneller herstel.
Meest voorkomende grasziektes en gazonplagen
Sommige grasziektes komen vaker voor dan andere. Dit heeft er mee te maken dat bepaalde ziektes en plagen makkelijk over te dragen zijn. Ook zijn grasziektes vaak een gevolg van slecht of te weinig onderhoud. In een gezond gazon komen ziektes namelijk een stuk minder voor. De meest voorkomende ziekten in het gazon zijn rooddraad, bladvlekkenziekte en roest. Deze ziektes ontstaan meestal door het verkeerd of te weinig gebruiken van meststoffen. Van de gazonplagen zijn engerlingen en emelten het grootste probleem. Doordat ze snel voortplanten en vogels de eitjes van de larven meenemen, worden deze snel in vele gazons verspreidt.
Grasziektes per seizoen
Per seizoen kennen we verschillende grasziekten, het weer speelt namelijk mee in het ontstaan van sommige grasziektes. Zo ontstaat rooddraad voornamelijk bij warm weer in combinatie met natte periodes en sneeuwschimmel bij koelere periodes met sneeuwval. Daarom is het belangrijk om elk seizoen het geadviseerde onderhoud uit te voeren. Dit verkleint de kans op grasziektes en ongedierte enorm.
Grasziektes voorkomen
Bestrijdingsmiddelen tegen grasziekten zijn steeds minder toegestaan. Dit om het milieu te beschermen tegen eventuele giftige stoffen. Daarom is het altijd beter om graszieken zoveel mogelijk te voorkomen. Het regelmatig en goed verzorgen van het gazon, zoals het gras verticuteren, het bemesten en het gras bekalken, helpen bij het voorkomen van grasziekten.